Advent 2020 #1
Geen kracht meer om te leven,
geen licht om op te staan;
de stad van onze vrede,
de stad van Gods bestaan,
is kinderloos alleen,
berooid, beroofd, verlaten,
de wanhoop in haar straten
de winter om haar heen.
Wees niet langer vervolgen
in deze laatste tijd
kom haastig met de wolken,
God van rechtvaardigheid!
De dood is overal,
het licht is uitgestorven,
de nacht is zonder morgen,
het lichaam zonder taal.
Wij zijn als een onreine,
een afgevallen blad,
de wind doet ons verdwijnen,
ons eigenhandig kwaad.
Uw licht, uw aangezicht
hebt Gij voor ons verduisterd,
de schuld heeft ons verbijsterd,
een last die op ons ligt.
Aanzie al de ellende,
hoe wij zijn opgejaagd
en zend wie Gij zoudt zenden,
die alle zonden draagt.
Laat van de steenwoestijn
tot aan de berg des Heren
het Lam alom regeren,
de aarde aarde zijn.
De vrede gaat verloren,
o hemel, sta ons bij!
‘Wordt gij weerom geboren’,
spreekt God, ‘en hoort naar Mij!’
‘Ik ben IK BEN, uw Heer,
uw Vader, uw bevrijder,
Ik laat in deze tijden
vrede op aarde neer!’
Gij hemel vastbesloten,
gij wolken zwaar en grijs,
geeft heden uit den hoge
uw volk rechtvaardigheid
als dauw die na de nacht
omlaag daalt allerwege,
als hemelhoge regen
die alles vruchtbaar maakt!
© W. Barnard, Liedboek voor de Kerken 1973 (lied 129)
Tags // 1973, Advent, Advent 2020, Guillaume van der Graft, Guillaume van der Graft (Willem Barnard), Lied 129, Lied 129 uit Liedboek voor de Kerken, Liedboek voor de Kerken, Liedboek voor de Kerken 129, Liedboek voor de Kerken 1973, Willem Barnard, Willem Barnard (Guillaume van der Graft)
Trackback from your site.