Boek: Ank Engel – Waar mijn brood is, is mijn vaderland
Ank Engel schreef het boek Waar mijn brood is, is mijn vaderland. Het boek behandelt de geschiedenis van gastarbeiders avant la lettre tussen 1900 en 1940. Specifieker: het gaat om Nederlandse arbeidsmigranten, die in de eerste veertig jaar van de twintigste eeuw in Duitsland werkten.
De grootvader van Engel, Cornelis Broertjes, was een van die Nederlanders die in Duitsland aan het werk ging. Broertjes werkte van 1900 tot 1922 in Mülheim an der Ruhr, in het Rührgebied, bij staalfabrikant Thyssen. In een bijzin in het voorwoord, laat Engel doorschemeren dat ze eigenlijk van plan was te promoveren op dit onderwerp, maar de uitgever wist haar te overtuigen om van dat idee af te zien.
Door dit boek heeft de historica de aandacht opgeëist voor een ondergesneeuwd onderwerp. We kennen de verhalen van de Arbeitseinsatz in Duitsland – maar dat was gedwongen arbeid voor een verwerpelijk regime. Vóór de oorlog werkten Nederlanders al bij de oosterburen. Waren die werkzaamheden dan wel vrijwillig? In ieder geval in die zin vrijwillig, dat het niet was opgedragen door een vreemde mogendheid. En de Nederlanders mochten tijdens de Grote Oorlog (1914-’18) niet werken voor de oorlogsindustrie.
In de eerste helft van de vorige eeuw was de verzorgingsstaat totaal onbekend. Uitkeringen in de vorm van steuntrekkerij bestonden wel, maar het ging niet van harte. Wie kon werken, moest ook werken. De Nederlandse overheid, of dat nu landelijk of plaatselijk was, zette werklozen aan het werk. En werkweigering werd vrijwel niet getolereerd.
Werken kon overal: zeker voor wie in de grensstreek woonde, was werken in Duitsland een optie die net zo normaal was als werken in Nederland. Sommige werkzoekenden werden dan gedwongen in Duitsland te werken, net zoals tegenwoordig mensen in de bijstand elk passend werk moeten aannemen.
Andere werknemers beproefden op eigen gelegenheid hun geluk in Duitsland, waar doorgaans de werktijden iets beter waren dan in Nederland (10 in plaats van 12 werkuren), en het loon was vaak ook hoger dan bij vergelijkbare Nederlandse bedrijven.
Engel is een wetenschapper, waardoor veel van haar opmerkingen zijn te herleiden tot bronnen. Soms neemt ze een opmerking voor eigen rekening, als ze ‘waarschijnlijk’ of ‘Het is aan te nemen dat’ schrijft. Die vrijheid heeft ze, want het is immers geen dissertatie. Wat nog wel een punt van aandacht is, zijn het loon en de prijzen. Engel wisselt gemakkelijk tussen guldens en (rijks)marken, gebruikt in dezelfde zin inkomsten per week en per dag en kan binnen drie alinea’s de enorme inflatie van de jaren twintig te niet doen.
Voorbeeld van het laatste: eind jaren twintig waren de lonen onvoldoende om de meest noodzakelijke levensmiddelen aan te schaffen, schrijft Engel: “Met een weekloon van twee miljard mark konden de arbeiders niet eens één pond margarine en een brood kopen. De mark was helemaal niets waard.” Om vervolgens te noteren dat tijdens een vergadering in Arnhem in september 1927 de tarieven voor de steuntrekkers werden bijgesteld: “Alleenstaanden zouden voortaan 9,70 mark krijgen, gezinnen maximaal 21,70 mark per week.”
Daar had je dus werkelijk niks aan, gezien de prijs voor een pond margarine en een brood. Het zou de leesbaarheid vergroten als de lonen en prijzen in dezelfde eenheden werden genoemd of berekend, dus als gesproken wordt in een zin over een weekloon, dat dan de overige bedragen ook per week werden aangegeven. En die inflatie, hoe zat het daar precies mee, zo vlak voor de komst van Hitler?
Om ons een beeld te geven van de armoede, misschien zou het aardig zijn geweest om de prijzen om te rekenen naar onze huidige samenleving. Dat maakt het leven van de opa van Ank Engel wat concreter en inzichtelijker voor ons, 21-eeuwse Nederlanders.
Waar mijn brood is, is mijn vaderland. Nederlandse arbeiders in het Ruhrgebied tussen 1900 en 1940
Ank Engel
ISBN 9789462494329
Uitgever Walburg Pers
Druk 1e
Verschenen
01-10-2019
Bladzijden 176 pp.
Bindwijze Paperback
€22,95
Tags // 1900, 1900-1940, 1922, 1940, Ank Engel, Arbeidseinsatz, Duitsland, Mülheim an der Ruhr, Rührgebied, steuntrekkerij, Thyssen, Waar mijn brood is is mijn vaderland
Trackback from your site.