aug
29
2014

Culturele Hoofdstad

Author // frits_tromp1
Posted in // Modern Times

Afgelopen zondag was de Vlaamse schrijver David Van Reybrouck te gast in het tv-programma Zomergasten. Ik heb wel eens wat van deze Vlaming gelezen, een dun boekje waarin hij pleit vóór populisme. Enfin, Wilfried de Jong ondervroeg Van Reybrouck, en ik vermaakte me weer een mooie zondagavond.
Waar ik blij verrast door was, was dat Van Reybrouck een stukje uit de documentaire Yn dat sykjen sûnder finen. Dit is een film over de Friese dichter Tsjêbbe Hettinga. Want met Hettinga had Van Reybrouck wel een speciale band, vertelde hij tegen Wilfried de Jong.
De Vlaming vertelde dat hij een keer bij Hettinga thuis was geweest. Met de trein naar ‘Leeuwárden’, zoals Van Reybrouck zei. Aan de keukentafel zitten praten over poëzie. De gedichten van Hettinga vertalen naar het Nederlands, vanuit het Fries. De stap van het West-Vlaams, de taal van Van Reybrouck, en het (stads-)Fries is niet zo heel groot, betoogde de Zomergast met een knipoog.
Het filmfragment zorgde ervoor dat Van Reybrouck kritiek uitte op de dichtkunst uit de Lage Landen van vandaag, in het algemeen. Hettinga behoort, samen met Hugo Claus en H. H. Ter Balkt, tot ‘de meest vlezige dichters. Het vet druipt ervan af. Nederlandse poëzie is ‘vaak geschreven door mensen die Nederlandse taal en letterkunde hebben gestudeerd. ‘Prachtig, maar je moet ook het verschil tussen leem en klei kennen. Dat mis ik in de poëzie. Te weinig hart en handen, erg veel hoofd.’
Die hart en handen, dat had ‘onze’ Tsjêbbe dus wel. De man die steeds minder kon zien, letterlijk. Bij wie wel nog licht in de ogen kwam, maar die alleen nog licht van donker kon onderscheiden. En nog vage schimmen kon zien. Daar bleef het dan bij – zijn gedichten typte Hettinga met behulp van een laptop met voorlees-functie, je weet wel, zo’n functie waarbij een geprogrammeerde vrouwenstem de woorden voorleest.
Het ontroerde me, dat ‘Hettinga-gedeelte’ tijdens Zomergasten. Niet zozeer omdat het Van Reybrouck zelf ook wat deed; zichtbaar ontroerd was hij toen hij sprak over de wijlen dichter. Wat mij trof, was de internationale ‘vriendschap’ tussen de Fries en de Vlaming. Het was een voorschot op Kulturele Haadstêd 2018: twee schrijvers, die ondanks hun verschillende talen toch een gemeenschappelijke taal spraken, namelijk die van de literatuur (ook cultuur, nietwaar?).
Zonder het te weten, trapte Zomergasten 2014 dus alvast af voor het grote culturele gebeuren van over vier jaar. Waarvoor dank, David en Wilfried.

(Eerder gepubliceerd op Suksawat)

Tags // , , , , ,

Trackback from your site.

Leave a comment

You must be logged in to post a comment.