Gaarkeuken
Ik moest de provincie in. Of beter, de provincie uit. Vanwege een bevestiging van een predikant in den lande, moest ik naar een dorp net over de provinciegrens van Friesland en Groningen. Het dorp waar ik moest zijn, was Grijpskerk. Een dorp, meer is het niet. Maar wel een aardig dorp. De Grijpskerkers hebben het niet heel krap: veel vrijstaande herenhuizen stonden in de straten. Prima plek om als herder te werken.
Zo’n tocht naar het dorp, is ook een lesje in topografie. Ooit gehoord van klinkende dorpsnamen als Dorp, Lutjegeest en Eibersburen? Of wat te denken van Visvliet, Stroobos en Galilea? Zeker dit laatste dorp is voor een theoloog een naam om je vingers bij af te likken. Wat staart ge omhoog, gij Galileese mannen?
Net zo wonderlijk is de naam van het dorp Gaarkeuken. Een dorp waar werkelijk niets schijnt te gebeuren. Om de eenvoudige reden dat er ook niets is. Of nou ja, helemaal niets? Dat is niet waar, want elke nederzetting -hoe klein ook- heeft een naam en elke naam heet een nederzetting. Wat is er dan te zien?
Een handvol boerderijen. Een bed & breakfast, even buiten het gehucht. Een brug over het Hoensdiep. De brug die overigens ook op zondag zijn dienst doet en op verzoek van de passerende schepen het dek omhoog en omlaag doet. Maar naar mijn idee zijn het vooral die boerderijen die het dorp aan haar naam Gaarkeuken heeft doen komen.
Veel fantasie heb je daar niet voor nodig. Een gaarkeuken voorziet de bevolking van een (warme) maaltijd. Vooral in tijden van schaarste zijn deze “voedelbanken” van belang. Wat een gaarkeuken is voor de bewoners, zijn die boerderijen voor het gehucht bij Grijpskerk. Een boerderij voorziet de bevolking van eten.
Gaarkeuken dus.
Een gehucht van niks. Maar wel van onschatbare waarde voor de omgeving.
Tags // Dorp, Eibersburen, Gaarkeuken, Galilea, Grijpskerk, Lutjegeest, Stroobos, topografie, Visvliet, witte vlekken
Trackback from your site.