Gospelmuziek
Ruim twee weken geleden schreef ik een blog over Bono, Eugene Peterson en de waarde van psalmen. De Ierse zanger liet optekenen dat hij onder de indruk is “van de ‘brutale eerlijkheid’ en de verschillende gevoelens die erin worden geuit: ‘Van enorme vreugde tot grote zorgen en verwarring. Waarom vinden we dat zo weinig terug in andere kerkmuziek?’ De Ierse zanger ziet veel onoprechtheid in de christelijke kunst.
‘Er zijn veel kwetsbare mensen, ook kwetsbaar naar God. Ik hoop dat mensen die gospelsongs maken, nu eens schrijven over hun slechte huwelijk, of over hoe woedend ze zijn op hun regering. Dat is wat God van ons wil: de waarheid. (…) God is gewelddadig, maar de wereld is dat ook. Het is verschrikkelijk, maar wel echt. Ik geef hieraan de voorkeur boven veel zweverige, niet-realistische teksten.’”
Het is een citaat, waar ik me wel in kan vinden. Ik ben geen analist, maar ik herken wel iets van die onoprechtheid in christelijke kunst – gospel is muziek, muziek is kunst, gospel is kunst, nietwaar? Ik heb in Bono een soort ‘mattie’ gevonden: in veel (Nederlandstalige) gospelmuziek zie ik zweverige en niet-realistische teksten.
Dan denk ik aan mensen als Matthijn Buwalda en Kees Kraaijenoord. Natuurlijk, ze spreken een breed publiek aan. Hun nummers zijn geliefd, getuige ook hun bijdragen aan de bundels van Opwekking. Tijdens christelijke bijeenkomsten zijn deze mensen geliefde (s)prekers, in staat om aanstekelijk een verhaal te houden. Met zo’n grote achterban, is de waarde van de ‘aanbiddingsleiders’ niet te onderschatten.
Maar niet voor mij, ik haak bij deze generatie gospelzangers af. Hun muziek en teksten zijn me te glad, te mooi, te zweverig. De sfeer die wordt opgeroepen – die van het ‘in de Geest zijn’ tijdens het zingen – staat te ver bij mij vandaan. De tekstuele en muzikale vocabulaire van Buwalda, Kraaijenoord en consorten, strookt niet met die van mij.
Uitzonderingen zijn er overigens wel. De cd ‘Matthijn in het klein’ van Buwalda bijvoorbeeld, dat was een plaat waar ik enige potentie in zag – overigens vond ik wel dat de bloem in de knop was gebroken, na een theatervoorstelling in Ermelo. Wat betreft het christelijke echtpaar Elly & Rikkert Zuiderveld, ben ik van mening dat zij de buitencategorie vormen; de familie Zuiderveld is in staat om hun eerlijkheid en verschillende gevoelens uit te drukken.
Waar ik dan wél warm voor loop? Elly & Rikkert, dus. Maar net zo goed voor de oude muzikale traditie, de overlevering. De blues, de folk, de gospel. Muziek van The Staple Singers en The Band. Of, zoals Broeder Tonnie Dieleman het in 2013 zei: “christelijke muziek met rafelranden. Van 16 Horsepower of Johnny Cash bijvoorbeeld.”
Bob Dylan sprak in 1997 deze woorden: “I find the religiosity and philosophy in the music. I don’t find it anywhere else. Songs like ‘Let Me Rest on a Peaceful Mountain’ or ‘I Saw the Light’—that’s my religion. The songs are my lexicon. I believe the songs.”
Moet ik hier iets aan toevoegen? Wat kan ik zelf nog zeggen, als anderen mijn ideeën al hebben verwoord? Niets, lijkt me. Wanneer woorden en muziek de tand des tijds hebben doorstaan, hebben die iets te bieden. Meer dan het gevoel van het moment.
Tags // 16 Horsepower, Bob Dylan, Bono, Broeder Dieleman, Elly & Rikkert, Elly & Rikkert Zuiderveld, Elly en Rikkert Zuiderveld, Eugene Peterson, gospel, I Saw The Light, Johnny Cash, Kees Kraaijenoord, Let Me Rest On A Peaceful Mountain, Matthijn Buwalda, The Band, The Staple Singers, Tonnie Dieleman
Trackback from your site.