Haagse excuses

De gemeente Den Haag heeft zondag excuses aangeboden voor de rol in het koloniale slavernijverleden. Burgemeester Jan van Zanen deed dat voor “de wijze waarop voorgangers van ons het systeem van kolonialisme en slavernij hebben ondersteund en ervan hebben geprofiteerd”.
Het is prima om excuses aan te bieden. Het past ook wel in onze tijd, dat we ons verontschuldigen voor wat in het verleden is gedaan. Tegelijk denk ik aan mijn eigen Haagse jaren.
Niet zo lang geleden had ik verkering met een meisje uit de Hofstad. Een Nederlands meisje, maar met een Keniaanse achtergrond. Een mooi, donker meisje. Zij is in november jarig, zo rondom de jaarlijkse intocht van Sinterklaas.
Toen ik haar vroeg wat zij van Zwarte Piet vond, zei ze: “Nou, dat is een leuke traditie, het hoort er gewoon bij.”
Nu kun je zeggen dat je op basis van één bron geen algemene uitspraken kunt doen. Maar andersom natuurlijk ook niet. Je kunt dus ook niet zomaar zeggen dat “iedereen tegen Zwarte Piet” is.
Gelukkig niet.
Maar aan dit korte gesprek moest ik denken rondom de excuses van Den Haag.