Het Boek der Psalmen: 90
Vanwege de verjaardag van prinses Beatrix, maar ook omdat het gewoon zo prachtig is, citeer ik uit het Boek der Psalmen het 90e lied. Ik maak hiervoor gebruik van de vertaling van Ida Gerhardt en Maria van der Zeyde, getoonzet door benedictijner en cisterciënzer monniken.
Gij stelt voor U wat wij bedreven:
wat wij hadden willen verbérgen, *
het komt in het licht van uw áanschijn.
Zo neigen al onze dagen
ten einde onder uw grámschap, *
wij leven onze jaren – een zúcht.
De dagen van onze jaren
omvatten zeventig járen, *
voor de krachtigsten táchtig jaren;
hun trots werd moeite en léed: *
hoe snel voorbij zijn wij – een wíekslag.
Wie kent de kracht van uw tóorn, *
uw verbolgenheid, zozeer te dúchten?
Leer ons zo onze dagen te téllen *
dat ons wijsheid des hártěn gewordt.
Keer, Heer, tot ons weder. Hoeláng nog? *
Erbarm U over uw knéchten,
maak ons morgenlijk rijk met uw goedheid,
dat wij jubelend vieren onze vréugde *
telken dage dat wij mogen zíjn.
Schenk ons blijdschap, zovele dagen
als de dagen dat Gij ons deed lijden; *
jarenlang was onheil ons úitzicht.
Uit: Het boek der psalmen / uit het Hebreeuws vert. door Ida G.M. Gerhardt en Marie H. van der Zeyde ; getoonzet door Benedictijner en Cisterciënzer monniken ; Katholieke Bijbelstichting
© tekst: 1972 dr. I.G.M. Gerhardt/dr. M.H. Van der Zeyde, vierde verbeterde druk 1997
Tags // 1972, Benedictijner en Cisterciënzer monniken, het Boek der Psalmen, Ida G.M. Gerhardt, Ida G.M. Gerhardt en Marie H. van der Zeyde, Ida Gerhardt, Katholieke Bijbelstichting, Maria van der Zeyde, Marie H. van der Zeyde, prinses Beatrix, Psalm 90
Trackback from your site.