Hoogeveen
Het station van Hoogeveen is ‘in transitie’: hekken schermen gebieden af, waar de toegangspoortjes komen te staan. Ik sla het hekwerk gade, want ik sta te wachten in de zon. En dat niet alleen, voor de gelegenheid heb ik ook maar een sigaartje opgestoken. Veel meer gebeurt er ook niet rond en op het station van Hoogeveen.
In mijn buurt loopt een jochie van een jaar of veertien, schat ik in. Hoewel hij ook al wel vijftien kan zijn, bedenk ik later. Maar dat is pas later, als we al een gesprek voeren. Deze jongen begint een gesprek. ‘Lekker weer, he,’ zegt hij.
Ik kan niet anders dan dit statement te bevestigen.
De jongen vertelt dat hij ook wel eens rookt, maar dan shag. En dat heeft hij nu niet bij zich. Na deze dienstmededeling, gaat hij op het bankje zitten. ‘Mag ik wel een sigaartje van je hebben?’ vraagt hij – niet eens onbeleefd, maar ook zonder enige schroom. Alsof hij het vaker vraagt aan willekeurige mensen. Mits die willekeurige mensen een sigaar bij zich hebben, natuurlijk.
‘Natuurlijk,’ zeg ik, want ik ben de beroerdste ook niet. Ik bied de jongen een exemplaar aan uit mijn ijzeren kistje La Paz, waarin ooit 20 wilde Havana zaten. Als ik het doosje weer heb dichtgeklapt en in mijn gestopt, bied ik hem ook mijn lucifers aan. ‘Nee, ik heb zelf wel,’ zegt de jongen.
Uit zijn jaszak haalt hij een aansteker en steekt het rookwaar aan. ‘Thuis rook ik altijd shag, maar op de groep mag ik niet roken,’ vertelt hij ook nog, als de sigaar inmiddels brandt. ‘Hm, op de groep,’ zeg ik, in een poging hem te verleiden om iets meer te vertellen. Maar dat doet hij niet.
In plaats daarvan dooft hij de sigaar weer en stopt hem in zijn jaszak. ‘He, dank je wel, man. Ik ga weer eens.’ De jongen stapt op en vervolgt zijn reis. Geen idee waar die reis naar toe gaat, hij slentert wat rond op het station.
Waar de zon schijnt over het Heras Hekwerk.
Tags // Hoogeveen, La Paz, sigaar
Trackback from your site.