jan
29
2018

Oosterhuis

Author // frits_tromp1
Posted in // Ds. van Zanten

Ik ben geboren op 1 november, Allerheiligen, in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam in 1933, het Hitler-jaar. Het was één uur ’s nachts en het onweerde. Mijn vader zei altijd op mijn verjaardag: ‘Daar kwam hij aan, met donder en bliksem.’
(INTERVIEWFRAGMENT)

Wat gebeurde er met de wereld, toen ik geweven werd in de schoot van mijn moeder? Ik werd verwekt rond 30 januari en geboren op 1 november 1933. Op 30 januari 1933 werd Hitler rijkskanselier van Duitsland. Op 1 november werden de ‘cultuurkamers’ opgericht: totale censuur op cultuur en kunst en iedere vorm van vrije meningsuiting. In die negen maanden voor mijn geboorte werd Duitsland tot Hitler-Duitsland en de weg naar Auschwitz geplaveid.
(IK VERSTA ONDER LIEFDE, 2011)

Twee keer Huub Oosterhuis aan het woord. Eerst als geïnterviewde, daarna als schrijver. Als je hem vraagt naar zijn geboorte, kun je ervan uitgaan dat het antwoord de naam Hitler bevat. En dat niet alleen: het ene verhaal wordt als vanzelf aan het andere gekoppeld. Het begint in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, en een paar zinnen verder eindigt het in Auschwitz. Tussendoor passeert er een psalmcitaat: hij ‘groeide’ niet als ongeborene – nee, hij ‘werd geweven in de schoot’ van zijn moeder; zie psalm 139, een psalm die Oosterhuis in meerdere gedichten en liederen verwerkte.
(…)
Hij volstaat niet met de mededeling dat hij opgroeide in een tijd van oorlogsdreiging; hij vermeldt een specifieke, historische beladen datum. En twee gebeurtenissen: het feit dat Adolf Hitler op 30 januari aan de macht kwam, en het gegeven dat hij zelf rond die datum verwekt is – een oncontroleerbaar ‘feit’, al heeft hij het nog bij zijn moeder nagevraagd, zegt hij. Twee op zichzelf staande gebeurtenissen, die zo toch iets met elkaar te maken krijgen.
Zulke constructies zijn een vorm van mythologisering. Om precies te zijn: zelfmythologisering, want het is de hoofdpersoon zelf die geladen woorden gebruikt, gebeurtenissen omkleedt met duiding, veelzeggende details en literaire of Bijbelse verwijzingen. Daarmee ontstaat een extra betekenislaag, naast de strekking van het verhaal en de eventuele boodschap die de verteller probeert over te brengen. In zijn neiging om ‘sterke verhalen’ te vertellen zegt Oosterhuis, bedoeld of niet, ook iets over zichzelf. Iets wat op een andere manier door een ander, niet is te vertellen.

Uit: Marc van Dijk – De Paus van Amsterdam. Biografie van Huub Oosterhuis, uitgeverij Atlas Contact, 1e druk 2013

Tags // , , , , , , , ,

Trackback from your site.

Leave a comment

You must be logged in to post a comment.