Psalm 122
Klaarwakker en opgetogen
was ik toen ze me riepen:
wij gaan naar het Huis van je weet wel.
En nog even, en mijn voeten
staan in jouw poorten, Stad!
Jeruzalem, hoge veste,
huizen schouder aan schouder
hecht gevoegd, één geheel
daarheen de stammen, de twaalf
de stammen van God die Ene
om te getuigen van Hem
dank te betuigen zijn Naam
daar staat de Stoel van het Recht
daar staat de Tafel der Armen.
Deze stad moet vrede,
vrede binnen haar muren
en buiten rondom in de velden.
Stad van Vrede, zwart profiel
tegen oplichtende hemel.
Omwille van heel de wereld
zeg ik: vrede voor jou.
Omwille van onze kinderen
zingen wij: vrede voor jou.
Uit:
Huub Oosterhuis – 150 psalmen vrij, Uitgeverij Ten Have, eerste druk 2011
Tags // 150 psalmen vrij, Huub Oosterhuis, Huub Oosterhuis - 150 psalmen vrij, Huub Oosterhuis - Psalm 122, Psalm 122
Trackback from your site.