Rutte-II

Vanmiddag is Mark Rutte bij koning Willem-Alexander geweest. De minister-president was in Paleis Noordeinde om het ontslag aan te bieden van zijn tweede kabinet. Overigens lag aan dit ontslag geen crisis ten grondslag: Rutte-II heeft de volledige kabinetsperiode uitgezeten. En dat is voor het eerst in bijna twintig jaar.
Het laatste kabinet dat de hele rit uitzat, was het eerste Paarse kabinet. Onder leiding van de socialist Wim Kok, haalde de coalitie van PvdA, VVD en D66 vrijwel ongeschonden de eindstreep in 1998. Het volgende kabinet, dat ons land het nieuwe millennium in loodste, struikelde een maand voor de al geplande verkiezingen. Een genadeloos rapport over de val van Srebrenica had politieke consequenties voor dit kabinet.
Vervolgens waren daar de vier kabinetten van CDA’er Jan Peter Balkenende. Zijn eerste coalitie viel al na drie maanden, na geharrewar binnen nieuwkomer Lijst Pim Fortuyn. En door botsende karaktes van minister van Economische Zaken Herman Heinsbroek en vice-premier en minister van Volksgezondheid Eduard Bomhoff. Het volgende kabinet viel na drie jaar, nadat coalitiegenoot D66 uit het kabinet stapte. De sociaal-liberalen waren het gedoe rondom Integratie-minister Rita Verdonk meer dan beu.
Toen was het de beurt aan een interim-kabinet, Balkenende-III, feitelijk een missionaire voortzetting van het voorgaande demissionaire kabinet. Deze club bewindslieden had als doel om als waardige regering een begroting op te stellen en verkiezingen uit te schrijven. Het vervolg: het vierde en laatste kabinet-Balkenende, met PvdA en ChristenUnie.
In 2010 volgde het minderheidskabinet Rutte-Verhagen, met gedoogsteun van de PVV. Na de Catshuis-onderhandelingen verliet Geert Wilders deze constructie en diende Rutte zijn eerste ontslag in. Niet eens heel veel later stond zijn tweede kabinetsploeg op het bordes bij toenmalig koningin Beatrix.
En nu is het 2017. Rutte heeft ten tweede male zijn ontslag aangeboden aan de majesteit. “De koning heeft de ontslagaanvraag in overweging genomen en de ministers en staatssecretarissen verzocht al datgene te blijven verrichten, wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten,” staat in een verklaring van de Rijksvoorlichtingsdienst.