Schoenmaker,
Sinds afgelopen woensdag is museum De Fundatie in Zwolle verrijkt met een expositie van Bob Dylan. Twaalf karakterstudies van Dylan hangen in de Hanzestad. De werken hangen over drie wanden aan een zijde van de zaal, aan de andere zijde van de zaal hangen de tussen 1651 en 1658 door Gerard ter Borch gemaakte portretten van Willem Craeyvanger, Christine van der Wart en hun kinderen. Verder is in het museum in de Hanzestad exposities te zien van componist Michiel Borstlap (audire et videre I) en Jeroen Krabbé (Het Late Licht).
Nu ben ik geen kenner van schilderwerken. Of het mooi of niet mooi is, laat ik graag aan de experts over. Ik kan het werk enkel zien in de context van Dylan. De manier van schilderen is typisch Dylan: sla de hoezen er maar op na van Music From Big Pink, Self Portrait en Another Self Portrait en je ziet saamhorigheid met Face Value. En toch, hoe Dylanesk het ook is, kijkende naar Face Value denk ik toch: schoenmaker blijf bij je leest.
Dichten kan Dylan als geen ander. Hij kreeg er vorig jaar niet voor niets de Nobelprijs voor de Literatuur voor. De dichtkunst is hem op het lijf geschreven. Maar blijkbaar heeft de zanger meerdere kunstvormen nodig om zich te uiten. Waaronder de schilderkunst (en de filmkunst, maar dat misschien voor een later moment).
De schilderijen zijn tot en met 20 augustus te zien, daarna gaan ze weer terug naar de Verenigde Staten.
Tags // Another Self Portrait, audire et videre I, Bob Dylan, Christine van der Wart, Face Value, Face Value (2012), Gerard ter Borch, Het Late Licht, Jeroen Krabbé, Jeroen Krabbé - Het Late Licht, Michiel Borstlap, Michiel Borstlap - audire et videre I, Museum de Fundatie, Museum de Fundatie Zwolle, Music From Big Pink, Self Portrait, Willem Craeyvanger, Zwolle
Trackback from your site.