God, die leven
hebt gegeven
in der aarde schoot,

Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.

Kom, Heil’ge Geest, Gij vogel Gods,
daal neder waar Gij wordt verwacht.
Verschijn, Lichtengel, in de nacht
van onze geest, verward en trots.

Zingt nu de Heer, stemt allen in
met ons die God lofzingen,
want Hij deed ons van het begin
verrukkelijke dingen.
Hij heeft het menselijk geslacht
in ’t licht geroepen en bedacht
met louter zegeningen.

Het oude jaar is nu voorbij.
Wij danken U, o Heer, dat Gij
ons in zo menig groot gevaar
genadig hebt beschermd dit jaar.

Dansen wil mijn hart en springen,
Heer, voor u
juichen, nu
alle eng’len zingen.
Luister, hun vervoerde koren,
hel en luid,
jub’len ’t uit:
‘Christus is geboren!’

O Christus, woord der eeuwigheid,
dat naar ons uitging in de tijd
en daad werd, mens van hoofd tot voeten,
wij danken U, God, die Gij zijt,
dat Gij ons mens’lijk wilt ontmoeten.

O God die met ons zijt,
hoor ons verwarde bidden:
al zijt Gij in ons midden,
hoezeer zijn wij U kwijt!
God uit God, licht uit licht,
wat vraagt Ge ons U te zoeken
ergens in stro en doeken,
een onaanzienlijk wicht?

Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor;
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.

De dominee liet vanmiddag veel zingen uit het “oude” Liedboek voor de Kerken. Oud in de zin dat deze editie in 1973 verscheen; inmiddels is een nieuwe editie gekomen, dat in 2013 in de winkels lag. Dat oude Liedboek, dat is heerlijk zingen.