Watersnoodramp

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd zuidwest-Nederland bijna weggevaagd door een ‘tsunami’. De ramp (ook wel Sint-Ignatiusvloed of Beatrixvloed genoemd) werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij, waarbij het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee tot extreme hoogte steeg.
In die dagen was de legendarische Leeuwarder dominee J.H. Zelle predikant in het Zuid-Hollandse Rockanje. De markante en eigenzinnige achterneef van Mata Hari diende de plaatselijke gereformeerde kerk tussen 1949 en 1956. Hij was dus ook de voorganger ten tijde van de Watersnoodramp van 1953.
Toen deze ramp zich had voltrokken, kwamen van heinde en verre mensen eerste hulp verlenen. Vanuit de omliggende gebieden, maar ook uit het verre Friesland, de provincie waar Zelle vandaan kwam en na zijn dienstperiode in het Zuid-Hollandse dorp weer naar terug verhuisde. Maar tijdens dit ‘waterweekend’ was Zelle in geen wegen of velden te bekennen.
Hij verantwoordde zich achteraf met een helder maar weinig pastoraal verhaal: “Het was mijn vrije weekend.”