mei
02
2021

Blinde ambitie

Author // frits_tromp1
Posted in // JournalistFrits

Over een paar dagen is het 6 mei. Dan is het 19 jaar geleden dat Volkert van der Graaf de politicus in spé Pim Fortuyn op het Mediapark in Hilversum vermoordde. Volkert zag Fortuyn als een gevaar voor de samenleving. “Ik zag voor mijzelf geen andere mogelijkheid dan wat ik heb gedaan.”
Fortuyn was bezig met een politieke opmars. Twee maanden eerder had hij met Leefbaar Rotterdam een klinkende overwinning geboekt in de havenstad. Het leek erop dat hij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei dat jaar iets vergelijkbaars ging bereiken. De Lijst Pim Fortuyn (LPF) stond hoog in de peilingen – ten koste van de toenmalige coalitie van PvdA, VVD en D66.
De moord op Fortuyn betekende 15 mei ook een postuum eerbetoon aan Fortuyn. De LPF kwam met 26 Kamerleden vers het parlement in. Fractievoorzitter Mat Herben loodste de LPF de regering in, samen met het CDA van Jan Peter Balkenende en de Paarse verliezer VVD.
De nieuwe partij leverde vier minister: Roelf de Boer voor Verkeer en Waterstaat, Herman Heinsbroek voor Economische Zaken, Hilbrand Nawijn voor Integratie en Eduard Bomhoff voor Volksgezondheid en als vice-premier. Als staatssecretarissen kwam de LPF met Rob Hessing (Binnenlandse Zaken), Steven van Eijck (Financiën), Philomena Bijlhout en later Khee Liang Phoa (Emancipatie), Cees van Leeuwen (Cultuur) en Jan Odink (Landbouw, Natuurbehoud en Visserij).
Opmerkelijk is nog wel te noemen dat Nawijn tot de dag voor zijn ministerschap gemeenteraadslid was in Zoetermeer voor het CDA. De Boer was nog tot september nog lid van de VVD. Van Eijck was partijloos, maar zat námens de LPF in het kabinet. En Bomhoff was tot eind mei 2002 lid van de PvdA.
Dat alles vormde geen belemmering voor het eerste kabinet-Balkenende om per 22 juli 2002 van start te gaan. Met de nodige consequenties. Binnen de LPF rommelde het vanaf dag 1. De grote leider was kort daarvoor vermoord. De kandidaten waren in sneltreinvaart bij elkaar gezocht om de lijst te vullen, waarbij politieke geschiktheid niet een harde eis was. En de ministers werden ook buiten de partij-grenzen gezocht. Het leidde allemaal tot onderlinge conflicten en ruzies.
Ook binnen het LPF-smaldeel in het kabinet. Met name de ministers Bomhoff en Heinsbroek botsten regelmatig. Hun botsende karakters leidden er toe dat 16 oktober 2002, een dag na de bijzetting van prins Claus, beide bewindslieden hun ontslag aanboden. Door het vertrek van een vice-premier, strandde Balkenende’s eerste regeringsploeg al na 87 dagen.
Over die krappe drie maanden publiceerde Bomhoff vrij vlot daarna, nog vóór de vervroegde verkiezingen van januari 2003, zijn politieke memoires Blinde Ambitie. Daarin gaat hij in op het conflict tussen hem en Heinsbroek. Bijna twintig jaar later is er weinig veranderd. Sommige namen zijn vervangen door anderen, maar in de huidige politieke situatie gaat het nog steeds hetzelfde er aan toe als in 2002.
Bomhoff is een wetenschapper, een wiskundige en econoom. In Blinde Ambitie gaat hij strikt in op het conflict met Heinsbroek. Het geruzie en gekrakeel in de steunende fractie laat hij vakkundig achterwege. Hoewel ook dát een reden was voor de instabiele politieke verhoudingen. Zijn boek is ook een persoonlijk verhaal, waarbij de verteller eigenlijk weinig blaam treft. Althans, volgens hemzelf. En het is ook een beetje een zuur boek: maar ja, Blinde Ambitie is ook geschreven zonder ruime afstand op de situatie.
Daarbij zijn sommige namen van betrokkenen niet heel goed genoteerd. Balkenende’s politieke assistent heet volgens Bomhoff Jacques de Vries (en niet Jack). Zijn voorganger als vice-premier heet Anne-Marie Jorritsma (terwijl zij één voornaam heeft). En zijn eigen partijlid en Kamerlid Olaf Stuger heeft volgens Bomhoff Stucher.
Details, misschien. Maar je mag van een erudiet wetenschapper als Bomhoff verwachten dat hij in ieder geval de namen van collega’s goed noteert.
De kans is aanwezig dat Bomhoff in mei 2002, toen hij nog lid was van de PvdA, ook op de sociaaldemocratische partij heeft gestemd. En pas na de onderhandelingen lid is geworden van de LPF. In augustus 2003 zegde hij zijn LPF-lidmaatschap op. Misschien wel omdat hij toen vertrok naar de Universiteit van Bahrein, waar hij tot januari 2004 werkte als hoogleraar in macro-economie. Sinds 2004 is hij hoogleraar economie aan de campus in Kuala Lumpur (Maleisië) van de Monash University in Melbourne.

Tags // , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Trackback from your site.

Leave a comment

You must be logged in to post a comment.