Concertpianist
Popster worden mag een jongensdroom zijn, maar Ernst Jansz (73) beviel die status maar matig. Zijn eigen jeugdambitie, sinds zijn 6de: concertpianist worden. Hij moest 67 jaar wachten voordat het lukte.
Ernst Jansz zit aan de keukentafel in zijn Brabantse boerderij in Neerkant en zijn ogen glinsteren. Enerzijds omdat hij pret heeft om de verbazing van zijn toehoorder, anderzijds omdat hij zo geniet van wat hij tot stand heeft gebracht.
Om te beginnen met de verbazing: eigenlijk kon Ernst Jansz tot aan het begin van deze eeuw geen piano spelen. Hij had nooit geleerd hoe hij op de juiste manier zijn vingers neerzet op de toetsen, terwijl hij toch furore had gemaakt als toetsenist van CCC Inc. en daarna Doe Maar.
Over dat pianospel zo meer. De andere aanleiding voor zijn pretoogjes: Jansz is oprecht dolgelukkig met de twee albums die hij gisteren gelijktijdig uitbracht. Het ene, Live in tijden van corona, is de weerslag van twee livestreams met eigen luisterliedjes, bij het andere dekt de titel de lading: Chopin en andere stukken, met een vette knipoog naar een vermaard Doe Maar-album. Hij speelt stukken van Chopin naast eigen composities.
Het zijn twee heel verschillende albums, waarover de zanger en componist vol passie praat. “Ik vind Live in tijden van corona zo mooi dat ik het elke avond in bed beluister via mijn koptelefoon. Ik kan er geen genoeg van krijgen,” zegt hij na een lofzang op zijn drie muzikale begeleiders: violiste Aili Deiwiks, gitarist Guus Paat en bassist Richard Wallenburg. “Ik geniet zo van hun spel.”
Dat doet hij niet van zijn eigen stem, hoewel hij die beter waardeert dan voorheen. “Ik ben milder geworden. Als ik nu dingen uit de tijd van Doe Maar hoor, vind ik het best leuk gezongen. Destijds niet, ik ben nooit tevreden geweest over mijn zangstem. Ik zou willen dat ik zonder moeite op elk moment spatzuiver en met vibrato kan zingen, met een mooie soulstem. Wat er wel goed is aan mijn stem? Hij geeft goed weer wat ik voel.”
Werkloos
Dat zijn twee albums gelijktijdig verschijnen, heeft alles te maken met de omstandigheden. “In 2020 zouden we gaan touren met Doe Maar en daarom kocht ik een nieuwe samplepiano. Toen vanwege corona alles werd afgeblazen, was ik werkloos. Ik ging die livestreams doen en nam me voor die samplepiano te gebruiken voor Chopin.”
Jansz wilde zich niet zomaar storten op het werk van de befaamde Poolse componist (1810-1849). “Duizenden pianisten gingen me voor, het is niet interessant als een popmuzikant zonder opleiding wat gaat rommelen. Daarom koos ik niet voor een vleugel, maar voor de elektrische variant. Mijn kracht: ik heb me mijn hele leven verdiept in Chopin. Ik was 6 toen ik bij mijn opa een plaat hoorde met wals nummer 3 erop, ik was daar kapot van, het mooiste dat ik ooit had gehoord. Toen wist ik: ik wil concertpianist worden en Chopin spelen.”
De kennis van Chopin haalde Jansz al op jonge leeftijd uit boeken die hij kocht van zijn zakgeld, maar ook uit de gepubliceerde brieven van de componist. “Hij beschreef hoe hij lesgaf. Hij zette een metronoom op de piano die het tempo aangaf en zei tegen zijn studenten: met je linkerhand volg je de metronoom, met je rechterhand mag je vertragen en versnellen, zolang je links maar dat tempo aanhoudt. Hij hechtte daar veel waarde aan. Nou, 90 procent van de mensen die Chopin spelen, houdt zich daar niet aan. Dat ergert mij. Dus ik heb geprobeerd me er wel zo goed mogelijk aan te houden.”
Fluwelen aanslag
Zonder overdrijving: Jansz vervult met het album zijn jongensdroom. “Ik wilde altijd al Chopin spelen, maar het is nooit gelukt. Ik heb rond mijn 10de één jaar slecht les gehad op de Volksmuziekschool in Amsterdam. Van een sigaren rokende man met lange vingernagels, die tikten op de toetsen als hij iets voorspeelde. Dat leidde me zo af dat de rest me ontging. Het waren goedkope lessen, omdat we daar geen geld voor hadden. Mijn vader had op afbetaling een oude Duitse piano gekocht van het merk Schmidt. Die kostte 1500 gulden, volgens mij betaalde hij jarenlang elke maand 25 gulden af. Het was allerminst een subtiel instrument, elke aanslag was hard. Ik hoor soms dat ik een fluwelen aanslag heb, die heb ik aan die piano overgehouden. Ik moest echt mijn best doen voor nuances in volume.”
Na een jaar met geringe progressie liet Jansz de Volksmuziekschool achter zich. “Ik ging het zelf uitzoeken, leerde alleen nooit hoe ik mijn vingers moest neerzetten. Als het even kon, deed ik het net als bij typen met twee vingers. Jarenlang studeerde ik urenlang per dag, maar Chopin spelen lukte hooguit met wat fouten. In de popmuziek vind ik die erbij horen, er komt zelfs vaak iets goeds voort uit een fout, maar als je een klassieke componist vertolkt, vind ik een fout onvergeeflijk.”
Hoe frustrerend ook: Jansz volhardde, ook in de jaren van CCC Inc. en Doe Maar. “Daar volstond mijn zelf ontwikkelde stijl. Pas een jaar of twintig geleden leerde ik hoe ik klassieke piano moet spelen. Een bevriende pianiste legde me het in een uur of twee goed uit. Het was een flinke klus, maar uiteindelijk heb ik acht stukken van Chopin uit mijn hoofd geleerd met de juiste vingerzetting.”
Trots
Het resultaat op Chopin en andere stukken is volgens Jansz niet perfect, “maar ik ben er ontzettend trots op. Ik hoop dat deze muziek Radio 4 bereikt, zodat meer mensen het horen.”
Jansz legt zijn handen op tafel: “Ik heb het net op tijd gedaan, want ik heb last van koetsiersziekte. Je vingers gaan er krom van staan. Ik kan mijn rechterhand niet meer helemaal spreiden om een octaaf aan te slaan. Het is te opereren, maar zolang ik nog toetsen kan spelen in mijn bandje, vind ik het prima.”
Wat is er gebeurd met de piano waarvoor zijn vader jarenlang krom lag? “Die staat nu nog in huis bij mijn dochter. Ik speel er nooit meer op, hij klinkt nog steeds niet fijn. Ik zeg wel eens: ‘Doe dat ding toch weg.’ Dat wil ze niet. ‘Hij is nog van opa geweest.’ Heel eerlijk: ik ben daar wel blij mee, ik zou het toch jammer vinden als hij na zoveel jaren uit mijn leven verdween.”
Kader 1
‘Wonder nodig voor concerten Doe Maar’
Hoewel de band nog bestaat, zit het er niet in dat Doe Maar nog zal optreden. “Ik denk het niet,” zegt Ernst Jansz. Afgelopen najaar zou de band een clubtour doen, maar deze werd afgelast omdat bassist en zanger Henny Vrienten ziek werd. Wat hem mankeert heeft hij nooit bekendgemaakt, maar de concertreeks was meteen van de baan.
“We zijn nog steeds een bandje,” zegt Jansz, “dat kunnen we tot in de eeuwigheid blijven.” Volgens Jansz is Doe Maar voorlopig niet van plan meer naar buiten te brengen over de status van de band. Duidelijk is wel dat er geen concerten meer aankomen. “Dan moet er wel een wonder gebeuren.”
Kader 2
Belle Hélène
Ernst Jansz componeerde voor Doe Maar het lied Belle Hélène, waarvan de tekst in de huidige tijdsgeest met andere ogen bekeken wordt. Kan het nu nog, een liefdesliedje over een meisje dat ‘minstens zeventien’ is? “Toen ik het schreef, vonden sommige mensen het al niet kunnen. Dat kon me toen geen bal schelen en nu nog niet. Uiteraard is het terecht dat dingen uit de geschiedenis na een ontwikkeling met nieuwe ogen worden bekeken. Neem hoe we nu aankijken tegen het kolonialisme. Mensen mogen de tekst van Belle Hélène bekijken zoals ze willen, maar ik zou het nu nog precies zo schrijven. Ik beschreef iets dat ik had meegemaakt en dat indruk op me had gemaakt.”
Dat het lied in het Nederlands is, speelt ook een rol. “Toen we met Doe Maar in het Nederlands gingen zingen, was die taal nog not done in de popmuziek. Zong je over liefde, verdriet of wat dan ook, dan moest je eerst een hoop vooroordelen slechten. Dus ook bij dit nummer. Bij een Engelstalig liedje was er niets aan de hand geweest. Sweet seventeen. Dat was niets bijzonders.”
Bron: De Gelderlander
Tags // Aili Deiwiks, bassist, bassist Richard Wallenburg, Belle Hélène, CCC, CCC Inc, Chopin, Chopin en andere stukken, de Gelderlander, Doe Maar, Doe Maar - Belle Hélène, Doe Maar - Doris Day, Doe Maar - Doris Day en andere Stukken, Doris Day en andere Stukken, Ernst Jansz, Ernst Jansz - Chopin en andere stukken, Ernst Jansz - Live in tijden van corona, Frédéric Chopin, gitarist, gitarist Guus Paat, Guus Paat, Henny Vrienten, koetsiersziekte, Live in tijden van corona, Neerkant, Richard Wallenburg, violiste, violiste Aili Deiwiks
Trackback from your site.