Kindertransport

Bij het woord ‘kindertransport’, denk ik gauw aan de Kindertransporten uit Kamp Vught, waar 6 en 7 juni 1943 twee treinen vertrokken (officieel heette dit kamp het Konzentrationslager Herzogenbusch). In Westerbork werd een tussenstop gemaakt; vandaar vertrok 8 juni 1943 één trein naar Auschwitz. In deze trein zaten 3017 gedeporteerden, waarvan 1145 kinderen, verdeeld over 46 wagons. Drie dagen later kwam de trein aan in Auschwitz, waar alle “reizigers” gelijk werden vergast.
Maar vlak voor de oorlog vonden ook kindertransporten plaats. Tienduizend Joodse kinderen zijn zo op transport naar Engeland gezet. Lody van de Kamp schreef over dit indrukwekkende, maar vaak vergeten stukje geschiedenis de roman “Sara, het meisje dat op transport ging”. Een verhaal met een persoonlijke noot, want zijn eigen familie telt enkele van deze transportkinderen.
Een heftig verhaal. Want hoewel vele kinderen zijn gered via deze transporten, zijn hun levens wel getekend. De scheiding van ouders en andere familieleden, leverde ook scheiding onderling op. Maar wel met deze levensles: de oorlog is een trauma – het moet geen obsessie worden. Zo’n boek van Van de Kamp helpt om de traumatische oorlog te verwerken, om een obsessie te voorkomen.