Laatste transport
Precies 78 jaar geleden vertrok uit kamp Westerbork het laatste transport naar een concentratiekamp. In de trein zaten ook 51 Joodse kinderen, die in kamp Bergen-Belsen terechtkwamen, Unbekannte Kinder noemden de nazi’s ze. Ze werden opgepakt tijdens de onderduik. Daardoor was van de meeste kinderen de naam niet bekend en wisten ze niet wie hun ouders waren.
Door een groot wonder overleefden die kinderen – baby’s, peuters en kleuters- op een na de oorlog. En lukte het om uit te zoeken wie ze zijn. Ruim twintig jaar geleden kwam een deel van deze kinderen voor het eerst weer bij elkaar en sindsdien is er een reünie op of rond 13 september. De dag van het transport uit Westerbork.
Deze maand heeft het voormalige concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland alle overlevenden van het kamp uitgenodigd voor een herdenkingsbijeenkomst. En zo ontmoetten negen ‘onbekende kinderen’ uit Nederland, Israël, Canada en de Verenigde Staten elkaar in Bergen-Belsen. Het kamp waar ze twee maanden lang in de herfst van 1944 hebben gezeten.
Het samenzijn in het voormalige kamp Bergen-Belsen maakt dat de reünie anders van karakter is dan anders. Marita Deen-Simons (80) en Lous Steenhuis-Hoepelman (81) zijn er al vaker terug geweest. “Het is natuurlijk wel bijzonder om met de anderen door Bergen-Belsen te lopen. Hoe is het mogelijk dat wij daar als hele kleine kinderen hebben gezeten. En dat we er nog zijn. De nazi’s hebben ons op de een of andere manier gespaard. Is toch niet voor te stellen. En bijna 80 jaar later zijn we weer samen in het kamp. Bizar toch,” zegt Marita.
Zij en Lous hebben zoals de meesten van de groep Onbekende Kinderen geen herinneringen aan de kampen. Ze waren nog te jong. Beiden hebben wel geprobeerd te achterhalen wat er met hen allemaal in de oorlog is gebeurd. Vragen blijven er nog altijd. “Wie zorgde voor me? Waar sliepen we in Bergen-Belsen? Zaten we als groep in een barak? Daar kom je niet meer achter. Want wie kan dat nog vertellen? En als ik daar ben, wil ik dat wel graag weten,” zegt Marita.
Leven van nu
Toch spreken ze onderling niet over de oorlog, ook niet als ze met de andere ‘kinderen’ over het kampterrein lopen. “De eerste jaren dat de groep bijeenkwam, werd er wel over het verleden gesproken,” zegt Lous. “Die tijd is geweest. Het is een soort code om het niet over de oorlog te hebben. Dat vind ik ook prima.”
“Het is fijn om elkaar weer te zien. We hebben ook echt een band met elkaar”, vult Marita Deen-Simons (80) aan. “We hebben het veel over de kinderen, kleinkinderen, het leven van nu.”
Toch raakt het hen om terug te zijn op de plek waar ze als jong kind gevangen hebben gezeten. “Ik raak geëmotioneerd als ik de heuvels met de massagraven zie,” zegt Lous. “Angstaanjagend idee dat daar allemaal mensen liggen.”
De Britten hebben gefilmd wat zij aantroffen toen zij het kamp bevrijdden in april 1945. “Je maag draait om als je naar die beelden kijkt. Al die stapels lijken. Al die uitgemergelde mensen. Daar ben ik ook geweest, denk ik dan,” zegt Lous. “En ben ik blij dat ik geen herinneringen heb aan de oorlog. Mijn herinneringen beginnen na de oorlog.”
Twee maanden zaten de kinderen gevangen in Bergen-Belsen. Daarna werden ze naar Theresienstadt, een kamp in het huidige Tsjechië, gestuurd. In mei 1945 werden ze daar bevrijd door de Russen. De groep viel daarna uit elkaar. Hoeveel mensen van de groep Onbekende Kinderen nog leven, is niet bekend. Niet iedereen wilde contact houden.
Marita hoopt dat er volgend jaar weer een reünie komt. In Nederland. “Fijn om elkaar weer te zien en bij te praten. Op 13 september, hopelijk kan dat volgend jaar weer.”
Bron: NOS
Tags // 1944, april 1945. 1945, Bergen-Belsen, concentratiekamp, concentratiekamp Bergen-Belsen, concentratiekamp Theresienstadt, laatste transport, Lous Steenhuis-Hoepelman, Lous Steenhuis-Hoepelman (81), Marita Deen-Simons, Marita Deen-Simons (80), mei 1945, Onbekende Kinderen, Theresienstadt, Tsjechië, Unbekannte Kinder, Westerbork
Trackback from your site.