Regeringsverklaring

Vandaag en morgen presenteert het kabinet-Rutte-III zich aan het parlement. Twee dagen debatteren over de regeringsverklaring. De kans dat dit fout loopt, is nihil. Maar je weet het maar nooit met een wankele meerderheid in beide Kamers van één zetel. Deze derde regeringsploeg van Mark Rutte is al een lang weekend vol in bedrijf.
Dat het mis kan gaan, daarover kan Hendrik Colijn meepraten. Zijn vijfde kabinet werd buiten partijen om gevormd door Colijn, die volgens eigen zeggen de hem gegeven formatieopdracht heeft aanvaard als ware het een koninklijk bevel. Dit kabinet werd direct bij zijn eerste optreden, twee dagen na de beëdiging door koningin Wilhelmina, naar huis gestuurd.
Dat is het kortst zittende kabinet in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Dat record zal Rutte dus niet overnemen van Colijn. Misschien wel het record van het kortste naoorlogse kabinet, die eer valt Balkenende’s eerste kabinet ten deel. Die ploeg hield het geen drie maanden met elkaar uit; LPF-vicepremier en minister van Volksgezondheid Eduard Bomhoff schreef over deze kabinetsperiode het boek Blinde Ambitie.
Terug naar vandaag. PVV-leider Wilders heeft een motie van wantrouwen aangekondigd tegen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken, omdat zij de Zweedse en Nederlandse nationaliteit heeft. De Zweedse is ook de enige met blauw bloed.
Ook in het kabinet-Balkenende-IV waren twee bewindspersonen met een dubbele nationaliteit. Toenmalig staatssecretaris Ahmed Aboutaleb heeft ook een Marokkaans paspoort, collega Nebahat Albayrak is ook Turks onderdaan.
Staatssecretaris Menno Snel van Financiën werd kort voor zijn beëdiging lid van D66. Hetzelfde gold voor Marlies Veldhuijzen van Zanten, die vlak voordat zij staatssecretaris in het kabinet-Rutte-I werd, haar lidmaatschap voor het CDA in orde maakte.
Ook in het al genoemde eerste kabinet-Balkenende zaten merkwaardige partijleden. Bomhoff was bijvoorbeeld jarenlang lid van de PvdA, voordat hij in 2002 lid werd van de LPF. Collega-minister Roelf de Boer, die vicepremier werd na het aftreden van Bomhoff, was de eerste weken van zijn ministerschap ook nog lid van de VVD.
Partijloze bewindspersonen, daar doen we niet aan. We willen ze liever daags voor hun ambtstermijn inlijven als partijlid, dan dat ze als deskundige op hun departement werkzaam zijn.